8. De restauratie van 2011-2013
Voordat de restauratie begint, op 12 september 2011, wordt eerst afscheid genomen van het ‘oude orgel’.
Meerethon
Op 12 februari 2011, als ook het evenement “Urk in Wintersferen”
wordt gehouden, is de Bethelkerk geopend en wordt een “Meerethon” gehouden.
Ruim 50 organisten uit het hele land wisselen elkaar gedurende de dag af, wat
symbool staat om het gerestaureerde orgel straks weer door te geven aan de
volgende generaties. De organisten variëren van jong tot oud, van leerlingen aan
de muziekschool tot afgestudeerde Masters aan de Conservatoria, van amateur-
tot beroepsorganist, van Urkers tot gasten van buiten Urk, van predikant tot
ondernemer, van Gereformeerd tot andere kerkelijke richtingen; het werd een
groots orgelfeest. Bijzonder daarbij was de medewerking van Berdien Stenberg
met de dwarsfluit. Zij is een kleindochter van Jan Schipper, burgemeester van
Urk van 1957-1962, en wilde haar warme herinneringen en betrokkenheid met Urk
hiermee graag onderstrepen. In de kerk wordt koffie en thee verkocht en
speciale Abraham Meere Mosterdsoep. De dag wordt afgesloten met een concert
door de Urker Zangers.
Afsluitend concert door de Urker Zangers |
Op vrijdag 9 september 2011 vindt een afscheidsconcert plaats door
de Urker organisten Rienk Bakker, Minne Veldman en Jaap Kramer. De drie musici
(‘musketiers op de klavieren’) hadden er zin in, en dat was te merken! Jaap
Kramer opende het concert met twee werken van Klaas Jan Mulder, eerst de
Fantasie over Psalm 43 gevolgd door Fuga en Koraal over Psalm 124. Minne Veldman
vervolgde met een Toccatine over Psalm 99 van Willem Hendrik Zwart en The
Arrival of the Queen of Sheba van G.F. Händel. Nog een werk van Händel, het
Hornpipe uit 'Water-Music', kwam terug in een bewerking van Jan Mulder over 'k
Wil U o God mijn dank betalen, gespeeld door Jaap Kramer. De avond moest
toegankelijk zijn voor vele orgelliefhebbers en dat werd het ook. Het
Meere-orgel liet zich hierbij nog één keer van zijn beste kant zien. Jaap
Kramer speelde Solfeggio in c-moll van C.F.E. Bach. Rienk Bakker nam het stokje
over met Sonate in d-moll, opus 65.6 ('Vater unser in Himmelreich') van
Mendelssohn Bartholdy en 'Nun danket alle Gott' (uit: Choral-Improvationen,
opus 65) van Karg-Elert. Minne Veldman sloot af met Cantilène (Th. Salomé), de
Toccata van Th. Dubois en een eigen Fantasie over 'Wat de toekomst brengen
moge'. De avond werd afgesloten met het zingen van Psalm 150, 'Laat zich 't
orgel overal', door Minne Veldman ingeleid met een Toccata (vrij naar N.J.
Lemmens). Voorafgaand werd een collecte gehouden, deze bracht bijna € 1000, -
op voor het restauratiefonds. De concertavond, en de gemeentezang op zondag 4
september 2011, is opgenomen en later op CD uitgebracht.
Drie dagen later is het dan zover. Even na 9.00 uur demonteert Han Reil de eerste pijp, de a0 van de Fagot 16' en overhandigde deze aan Jouke Posthumus, waarmee symbolisch de omvangrijke restauratie van start is gegaan. Aan het eind van de middag is al het pijpwerk van het hoofdwerk en een deel van het pedaal gedemonteerd. De rest van het pijpwerk volgt twee dagen later. Alle ruim 1.600 pijpen, met uitzondering van de frontpijpen, zijn dan uitgenomen en naar de werkplaats in Heerde gebracht. Een bijna lege orgelkas, even wennen……
Verder blijken verschillende pijpen uit de Prestant 8’, Octaaf 4’ en Octaaf 2’ van Meere door elkaar te zijn gezet. In de Prestant 8’ worden verschillende binnenpijpen uit de oude Octaaf 4’ aangetroffen en ook vijf pijpen uit de oude Mixtuur.1 Bij de restauratie zal alles weer op de oorspronkelijke plek in het orgel worden gezet.
Demontage van de orgelpijpen door Han Reil |
De resultaten van de inventarisatie worden besproken tussen Orgelmakerij Reil en adviseur Stef Tuinstra en daarna ook in het bijzijn van de restauratiecommissie.2 Als eerste wordt besloten de, inmiddels vier, grote spaanbalgen niet naast het orgel te situeren, maar een aparte balgenruimte te maken op de torenzolder, pal achter de achtermuur van de orgelkamer. Hiervoor wordt een nieuwe vloer gemaakt. Vanwege deze grotere ruimte kan alles tot in de kleinste details volgens Meere worden gemaakt (incl. balgtreden). De balgen van Vlaardingen dienen als uitgangspunt voor de buitenmaat, die van Twello en Sommelsdijk voor de detaillering. In de tweede plaats wordt het restauratieplan verfijnd. Het oude 2-voets koor uit Montfoort wordt niet gebruikt voor de Mixtuur, maar voor de Sesquialter. De Viola di Gamba 8’ uit 1911 kan toch behouden blijven. De Viola di Gamba 8’ van Lindsen zal als Unda Maris 8’ op het onderpositief geplaatst worden. De Bourdon 16’ en de vier pijpen van de Prestant 8’ uit Montfoort kunnen nergens worden geplaatst en blijven dus over. Verder zullen alle tongwerken nieuw gemaakt worden in latere Meere-factuur: metalen stevels met ingelaten metalen koppen voor een krachtiger/uitbundiger toon en stabiele stemming (invloed van Heineman op Meere). Utrecht en Sommelsdijk dienen als voorbeeld, maar ter oriëntatie worden ook de tongwerken van de Stevenskerk in Nijmegen bestudeerd. Er komen drie geheel nieuwe windladen, de toonhoogte wordt 438-440 Hz. en de stemming wordt Neidhardt II. Dit laatste leidt tot de nodige discussie maar de restauratiecommissie laat zich door Stef Tuinstra en Hans Reil overtuigen van nut en noodzaak hiervan (in 2014 wordt door het College van Kerkrentmeesters alsnog besloten tot aanpassing naar de 'Tuinstra stemming').3 Tenslotte is er meer goed nieuws. In eerste instantie moesten in het plan vijf ‘adoptieregisters’ worden gereserveerd. Maar omdat uit financiering dusdanig vertrouwen spreekt, geeft het College van Kerkrentmeesters aan de restauratiecommissie toestemming de restauratie in één keer uit te voeren.4
Een bijzondere aanblik: orgelonderdelen op het plein voor de Bethelkerk in afwachting van vervoer naar de werkplaats van Reil |
Op 26, 27 en 28 maart 2012 worden ook de frontpijpen en de
orgelkas gedemonteerd en meegenomen naar de werkplaats in Heerde. Op 28 juni
2012 brengt de restauratiecommissie een bezoek aan Heerde om samen met
Orgelmakerij Reil en adviseur Stef Tuinstra de voortgang van de werkzaamheden
te bespreken. Op dat moment wordt druk gewerkt aan de restauratie van het
pijpwerk en het bijmaken van de nieuwe registers, zoals de Cornet en de
tongwerken. Ook is men bezig met het tekenwerk voor de mechaniek. De nieuwe
windlade voor het pedaal is half klaar en met het maken van de nieuwe
pedaalkast is een begin gemaakt. Na de zomervakantie wordt begonnen aan de
windladen van het hoofdwerk en onderpositief, de klaviatuur en de register- en speelmechaniek.
Opstelling van het orgel in de werkplaats van Reil |
Hierna gaat de laatste fase in de werkplaats in. De balgen worden geplaatst, de motor wordt op het orgel aangesloten en de intonatie kan beginnen, pijp voor pijp. Eerst wordt het gerestaureerde pijpwerk van het pedaal geplaatst met als laatste de tongwerken op hun metalen stevels. Het is prachtig om de nieuwe krachtige Bazuin 16’ te horen en de warme klank van de Open bas 16’! Verder krijgt het orgel weer zijn vertrouwde gezicht terug nadat de frontpijpen en de klavieren zijn geplaatst. Ook de mooie klassieke lessenaar mag er trouwens zijn. Na het pedaal volgt begin 2013 de plaatsing van de pijpen op het onderpositief, zoals de bekende Quintfluit 3’ en Woudfluit 2’ en het Meerepijpwerk uit 1805 uit Montfoort. Daarna wordt de lade van het hoofdwerk gevuld en gestemd. Hier staan de meeste registers uit het oorspronkelijke Meere-orgel van 1792. De dubbelkorige Prestant 8', de Holpijp 8', de Quitadena 8', Octaaf 4' en de Gemshoorn 4' hebben hun plaats weer ingenomen. De nieuwe Cornet 5 sterk staat stoer te zijn op de verhoogde bank. De klankkleur van het orgel wordt langzamerhand steeds meer duidelijk en geeft momenten van kippenvel en ontroering. En wat een vakmanschap daar in de werkplaats van Reil!
De terugkeer van het orgel naar Urk
Op maandag 4 maart 2013 is het dan zover, de terugkeer van het orgel
in de Bethelkerk! Maar eerst moeten nog wat voorbereidende werkzaamheden
plaatsvinden. Gelukkig zijn een aantal vrijwilligers telkens bereid de
restauratiecommissie hierbij helpen. Zo wordt de orgelkamer schoongemaakt en op
de torenzolder worden door Harm Oost de laatste bouwkundige voorzieningen
getroffen voor het plaatsen van de vier grote balgen, zeg maar de longen van
het orgel. Ook wordt de orgelvloer nog constructief beoordeeld op basis van de
nieuwe situatie.
In de loop van de ochtend arriveert de vrachtauto en is de Bethelkerk binnen de kortste keren één aanblik van diverse orgelonderdelen. Deze worden vervolgens één voor één naar boven gebracht en getakeld. Eerst de pedaalkas, dan de hoofdwerkkas en vervolgens het terugplaatsen van de speeltafel. Ook worden de windladen één voor één in het orgel geplaatst en kan worden begonnen met de aanleg van de mechaniek in het orgel en Gerrit Barends en zijn mannen zorgen voor de aanleg van de elektriciteit. Eind van de week is de vertrouwde aanblik van het orgel weer enigszins terug.
Een week later is het de beurt aan de schilder. Hiervoor wordt een grote steiger opgebouwd. De kerkenraad moet hiervoor tijdelijke de kerkenraadsbanken verlaten en op de stoelen plaatsnemen. Inmiddels is ook de verflucht in de kerk goed merkbaar en heeft het orgel zijn vertrouwde ‘Urker kleuren’ weer terug. Dankzij de inzet van Coenen en in het bijzonder Dirk Woord die dit grotendeels in zijn vrije tijd voor de kerk doet!
Ook is de windvoorziening van het orgel getest en zijn de beelden schoongemaakt en staan weer op het orgel. Het orgel is dan grotendeels klaar in afwachting van het plaatsen van die vele verschillende orgelpijpen. En die pijpen komen direct na Pasen. Op woensdag 3 april 2013 om 9.15 uur arriveert de vrachtauto uit Heerde met alle orgelpijpen. De pijpen worden vervolgens door vrijwilligers stuk voor stuk en in kisten naar binnen gebracht. Eind van de morgen kunnen de frontpijpen al worden geplaatst, net als het lof- en snijwerk. En het blinkt allemaal prachtig!
En zo werkt alles toe naar de datum van zaterdag 1 juni 2013, een spannende dag. De dag dat ons Meere-orgel weer in gebruik wordt genomen na een restauratie van bijna twee jaar. We mogen terugkijken op een heel mooie avond met momenten van ontroering, waardering en een vleugje humor. Ook hebben we een filmpje laten zien waarin we als restauratiecommissie aan de hand van de geschiedenis op zoek zijn gegaan naar de ziel van het orgel, de wind (balgen). Mooi om de vernieuwde klanken te beluisteren en het orgel weer te horen spelen tijdens het begeleiden van de gemeentezang. Dat gold voor die avond maar ook een dag later tijdens de zondagse erediensten. Waardering klonk alom voor de klank, het prachtige orgelfront, ons Meere-magazine en al het werk wat is gedaan om tot dit resultaat te komen. Langs deze weg zeggen we iedereen die daar een bijdrage aan heeft geleverd hartelijk dank! Zonder al die inzet en vrijwilligerswerk hadden we het niet gekund. En we zijn natuurlijk ook erg dankbaar voor alle getoonde belangstelling. Dat er zoveel mensen in de Bethelkerk waren tijdens de ingebruiknameavond overtrof onze verwachtingen en heeft ons erg goed gedaan! En dat gold ook voor de open dag een week later. Iedereen die het orgel wilde bespelen en beluisteren was welkom en velen maakten hiervan dankbaar gebruik. Een teken dat het orgel leeft, op Urk maar zeker ook daarbuiten.
De ingebruikname van het orgel op 1 juni 2013 (bron: Luuk Schudde) |
Het orgelfront na de restauratie van 2011-2013 |
Noten:
1. Volgens mededeling Han Reil aan Jouke Posthumus tijdens bezoek aan de werkplaats in Heerde, 3 oktober 2011. Voor het stukje geschiedenis over het orgel in Culemborg is gebruik gemaakt van de gegevens uit het Handschrift Broekhuyzen en het commentaar daarop (zoals uitgegeven door de Ver. voor Ned. Muziekgeschiedenis 1986/1993) en aangevuld met gegevens van orgbase.nl (geraadpleegd 20 mei 2023).
2.
Verslag werkbespreking 5 december 2011 en 23 januari 2012.
3.
Op basis van advies stemming Meere-orgel Bethelkerk, Stef
Tuinstra, 11 december 2013
4.
Brief van Orgelmakerij Reil aan Stichting Gereformeerde Kerken Urk
‘Restauratie van het Meere/Vermeulen-orgel in de Gereformeerde Bethelkerk,
Urk’, 2 maart 2012.
5. Tuinstra, Stef (2013) ‘Tussenrapportage restauratieconstructie Meere-orgel Bethelkerk Urk’, 19 februari 2013.