6. Een bijzondere ontdekking!
Het jaar 2008 is een belangrijk moment, en misschien wel kantelpunt, in het restauratietraject van het Meere-orgel in de Bethelkerk op Urk. In het begin van dat jaar krijgt de restauratiecommissie via de orgeladviseurs Cees van der Poel en Stef Tuinstra een tip dat het orgel van de parochiekerk “Johannes de Doper” in Montfoort overbodig raakt en dat zich in dit orgel nog origineel pijpwerk van Meere bevindt. Het orgel is een elektro-pneumatisch instrument, in 1939 gebouwd door de firma Bernard Pels & Zn te Alkmaar als opus 136. Het Meere-pijpwerk moet dan afkomstig zijn uit het oude orgel dat Meere in 1805 voor Montfoort heeft gebouwd.
Het Meere-orgel van 1805
No 1 Prestant 8 voet van gepolijst engels tin
|
No 2 Holpijp 8 voet van goed metaal
|
No 3 Bourdon 16 voet in de diskant
|
No 4 Octaaf 4 voet
|
No 5 Fluijtrave 8 voet in de diskant
|
No 6 Gemshoorn 4 voet
|
No 7 Carljon 2 sterk in de diskant
|
No 8 Gedekte Fluijt 4 voet
|
No 9 Quint 3 voet
|
No 10 Octaaf 2 voet
|
No 11 Waltfluijt 2 voet
|
No 12 Mixtuur 3 en 4 sterk in de bas
|
No 13 Mixtuur 4 sterk in de diskant
|
No 14 Basson 8 voet
|
No 15 een tramblant
|
No 16 een ventiel
|
Verder valt op dat Meere in het bestek spreekt over “het oude orgel”. Op zich is dat niet vreemd. In tegenstelling tot de situatie in IJsselstein, waar Meere in 1792 een orgel bouwde in een nieuwe kerk, was het kerkgebouw aan de Oude Boomgaard in Montfoort een ouder gebouw. Halverwege de 19e eeuw werd het pand op ongeveer 200 jaar oud geschat.2 Er was dus al een bestaand orgel. Van dit orgel gebruikt Meere geen materiaal, want het bestek gaat uit van de bouw van een “nieuw orgel”. Hoe dit orgel eruit heeft gezien, is niet bekend. Waarschijnlijk dat het orgel gelijkenis heeft vertoond met het orgel in Poortvliet, dat Meere een jaar later bouwt. Ook de disposities van beide orgels zijn nagenoeg dezelfde. En verder zal later blijken dat de vier grootste pijpen van de Prestant 8’ gedekt zijn, waardoor het orgel van Montfoort net als in Poortvliet een orgel geweest moet zijn waarvan de Prestantpijpen vanaf E in het front hebben gestaan.
Naast het bestek is ook bewaard gebleven de keuringsbrief van Jacob Tours (1769-1811), destijds organist van de Laurenskerk in Rotterdam. De brief is gedateerd op 19 juni 1805 en Tours geeft daarin aan dat het orgel in alle opzichten voldoet aan het bestek. Hij spreekt verder zijn waardering uit voor het orgel door te stellen dat de “deftigen vlugge aanspraak den maker alle Lof en Eer aandoet”.
Het is denkbaar dat Meere het orgel in de jaren na de bouw in
onderhoud heeft gehad, misschien wel tot aan zijn overlijden in 1841. Later
komt het onderhoud in handen van de Utrechtse orgelbouwer H.D. Lindsen
(1794-1860). In het kasboek van 1843, en ook in de jaren daarna, staat de
volgende uitgave “H. Lindsen Orgelmaker 20,00”. Het stemmen duurde over het
algemeen twee dagen, wat blijkt uit het kostgeld dat aan een gemeentelid werd
betaald voor het verblijf van de orgelbouwer. In 1847 voorziet Lindsen het
orgel van een aangehangen pedaal. Het kasboek meldt “D. Lindsen het maken en
stellen van het pedaal/orgel/25,00”. Ook in 1850 werkt Lindsen aan het orgel:
“orgelschoonmaken D. Lindsen 42,00”.3 Hierbij worden kennelijk
wijzigingen aangebracht in de dispositie. G.H. Broekhuyzen sr. spreekt in zijn
orgelbeschrijvingen van “een Viool di Gamba 8’, nu ingerigt tot gehalveerde
Holpijp”.4 In 1854 vernieuwt Lindsen het klavier van het orgel.
De kosten zijn 15 gulden. Na het overlijden van Lindsen gaat het onderhoud over
naar de firma Maarschalkerweerd te Utrecht. In het kasboek van 1861 wordt de
volgende uitgave gemeld: “A. Maarschalkerweerd stemmen en reparatie 32,40”.
In 1863 betrekt de parochie een nieuw kerkgebouw aan de Hoogstraat. In het archief van de parochie zijn helaas geen stukken gevonden over wat er met het orgel is gebeurd. Wel worden nog stemmingen en reparaties genoemd. Het kasboek van 1864 meldt als uitgave “Het orgel 42,70” en in het kasboek van 1866 staat een grotere uitgave “Het orgel 158,99”. Er staat alleen niets over de werkzaamheden die zijn uitgevoerd. Ook over de periode daarna is heel weinig bekend. Op 25 maart 1913 schrijft de Aartsbisschop van Utrecht een brief waarin de parochie van Montfoort machtiging wordt verleend "tot de reparatie van het orgel voor de som van vijfhonderd en vijftig gulden - f 550".
De periode 1923-2008
In 1923 wordt het kerkgebouw uit 1863 vervangen door de huidige
neogotische kruiskerk. De firma Maarschalkerweerd verzorgt de overplaatsing van
het orgel. In het “Verslag der gehele bouw” staat de volgende kostenpost:
“Orgel Maarschalkerweerd 1.000” en in het kasboek van 1924 staat bij 2 juni
“Maarschalkerweerd – orgelverpl. 136,50”. Op 2 december 1925 stuurt de firma
Maarschalkerweerd een bevestiging dat men f 1042,50 heeft ontvangen van pastoor
Spaan voor verrichte werkzaamheden.5
1.
|
Bourdon 16'
|
½ register pijpen aanw. vanaf c1
|
2.
|
Prestant 8'
|
|
3.
|
Holpijp 8'
|
|
4.
|
Gamba 8'
|
reg. “ “ “” c1
|
5.
|
Openfluit 8'
|
½ reg. “ “ “” g1
|
6.
|
Octaaf 4'
|
|
7.
|
Fluit 4'
|
|
8.
|
Octaaf 2'
|
|
9.
|
Violine 4'
|
|
|
|
|
Pedaalklavier: aangehangen
|
In 2008 heeft de parochie plannen voor een herinrichting van het kerkinterieur. Omdat op de koorzolder een nieuwe verwarmingsinstallatie moet komen, moet het oude Pels-orgel daarvoor plaatsmaken. Adviseur Cees van der Poel van de Katholieke Klokken- en Orgelraad (KKOR) wordt gevraagd een rapport te maken waarin de verschillende onderdelen van het orgel op waarde worden geschat. Van der Poel constateert dat van de 22 registers er negen van oudere datum zijn. Het overige materiaal is van 1939. Het oude pijpwerk heeft een aparte mensuur en traditionele toonnaaminscripties. Van der Poel’s conclusie is dat dit pijpwerk zeer waarschijnlijk afkomstig is uit het Meere-orgel van 1805.8 Hij tipt hierop zijn collega Stef Tuinstra die de vondst bespreekt met de restauratiecommissie uit Urk.
Aankoop van het orgel
Een blik in het binnenste van het Pels-orgel met o.a. het pijpwerk van Meere |
Na overleg met het parochiebestuur wordt besloten alle negen oude registers aan te kopen. Op zaterdag 26 april 2008 vindt de demontage en overdracht van het orgel plaats.
Demontage van het orgel met op de foto Stef Tuinstra (links) en Roelof Oost |
De oude orgelpijpen worden in kisten gelegd voor vervoer naar Urk |
"Als aandenken aan de aankoop van een aantal registers uit
het v.m. Meere-orgel van 1805, bieden wij het parochiebestuur van Montfoort dit
geschenk aan. Door uw medewerking heeft u in belangrijke mate bijgedragen aan
de totstandkoming van de restauratie van ons orgel, gebouwd door Abraham Meere
anno 1792. Wij zijn u hiervoor veel dank verschuldigd. Restauratiecommissie
orgel Gereformeerde Bethelkerk Urk, 26 april 2008".
Auteur: Jouke Posthumus
Noten:
1.
Deze bevinden zich in het archief van de R.K. Montfoort in RHC
Rijnstreek en Lopikerwaard te Woerden. Het archiefonderzoek is gedaan door
Jouke Posthumus op 3 juli 2009.
2.
Rooijen, J.F. van (2009) ‘De parochiekerk van Montfoort in de 19e eeuw’,
in: Heemtijdinghen, 45e jaargang, nr. 4, p. 91.
3.
Archief R.K. Montfoort in RHC Rijnstreek en Lopikerwaard te
Woerden.
4.
Gierveld, Arend Jan (1986) ‘Orgelbeschrijvingen door George
Hendricus Broekhuyzen Senior. Handschrift ca. 1850-1862. Deel I (tekst)
(letters L-Z)’. Amsterdam: Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis.
5.
Archief R.K. Montfoort in RHC Rijnstreek en Lopikerwaard te
Woerden.
6.
Poel, C.T. van der (2008) ‘Rapport over het orgel in de
parochiekerk van de Geboorte van de H. Johannes de Doper in Montfoort (deel
betreffende het oude pijpwerk)’. Hilversum: KKOR, 24 januari.
7.
Specificatie is te downloaden via de website van Pels & Van
Leeuwen https://pelsenvanleeuwen.nl/system/rte/download1399372553.8076.pdf
(geraadpleegd 1 mei 2023).
8.
Poel, C.T. van der (2008) ‘Rapport over het orgel in de
parochiekerk van de Geboorte van de H. Johannes de Doper in Montfoort (deel
betreffende het oude pijpwerk)’. Hilversum: KKOR, 24 januari.